maandag 16 maart 2015

Even bijkomen in Val d'Aosta

Na een periode van hard werken zijn we toe aan ontspanning, verandering van omgeving en wat frisse lucht. Een beetje skiën (of in mijn geval snowboarden) zou ook niet verkeerd zijn. Waarom dan niet een lang weekend naar Courmayeur? Dan kunnen opa en oma vanuit Genua komen om wat tijd door de brengen met hun kleinkind en kunnen wij wellicht even de piste op.

Tussen de valdostani

Zo zijn we dus in Valle d'Aosta, helemaal in de linkerbovenhoek van de laars. De kleinste regio van Italië, de enige die niet is opgedeeld in provincies. Ruim 128.000 inwoners, valdostani, en regionale hoofdstad Aosta. Het is hier prachtig. Overal om ons heen zijn bergen en de Monte Bianco torent met zijn 4.810 meter majestueus boven ons uit. Vanuit Rotterdam hebben we 1.020 kilometer afgelegd om hier te komen. Courmayeur ligt meteen bij de uitgang van de Mont Blanctunnel, dus geen haarspeldbochten en klimwegen om op bestemming te komen. En toch zitten we op 1.224 meter boven zeeniveau. Het skigebied is niet heel groot, maar voor een paar dagen prima te doen. De dag na aankomst staan we dan ook vroeg op en om 9 uur staan we op de piste.

We hebben een huisje gehuurd via Airbnb. Zo'n typisch bergding waarin zelfs de wanden van hout zijn, met overal tierelantijntjes. Het tafelkleed en de gordijnen hebben rode ruitjes, hartjes en hertjes, het servies bloemetjes en bijtjes. Alles heel knus en gezellig dus. Maar we zijn van alle gemakken voorzien en mijn Italiaanse schoonmoeder heeft een keuken en kookt voor ons, dus wij hebben echt even vakantie.

Genoeg te zien hier

Als het dan een dag sneeuwt en de zichtbaarheid ons de moed in de skischoenen doet zakken, is er nog steeds geen man overboord. Er is hier genoeg anders te doen. Valle d'Aosta (of Val d'Aosta) is bezaaid met kastelen. Schitterend en strategisch gelegen in de hoogte, met uitzicht op de vallei. Wij rijden na de lunch naar het Castello di Fénis. Ooit eigendom van de familie Challant, die het liet bouwen op een plek die helemaal niets met strategie te maken had. Toch is het een sterk staaltje middeleeuwse bouwkunst, met twee ringmuren en in elke laag een ingang op een andere windrichting. Just in case...

We krijgen een rondleiding van een halfuur door de belangrijkste vertrekken en over de prachtige binnenplaats. Het hele complex is recentelijk gerestaureerd en is nu in handen van de regio. Indrukwekkend zijn de verschillende fresco's die het geheel opsieren. We zien verschillende heiligen, waaronder San Giorgio die zijn draak verslaat, wijsgeren en apostelen. We zien ook een enorme open haard met een schoorsteen van tien meter waarin wel drie koeien konden worden gebraden. Het hele clubje toeristen past erin.

Langs Aosta

Andere mooie kastelen zijn het Forte di Bard, het Castello di Graines, het Castello Savoia in Gressoney-Saint-Jean. Wij doen nog even capoluogo Aosta aan. Deze stad dankt zijn naam aan keizer Augustus die hier langskwam op weg naar de Galliërs en Augusta Praetoria stichtte. Er zijn nog wat resten van de Romeinen: een forum, een boog en een theater. Er is een centraal plein met het Hotel de Ville of Municipio, want alles is hier tweetalig (Frans en Italiaans). Wat moet het verder heerlijk zijn om in een stad te wonen waar je in een cabinelift kunt stappen die je naar de nabijgelegen piste brengt. Alsof je de tram pakt...

Na een korte wandeling warmen we op met zo'n dikke Italiaanse cioccolata calda bij Gelaty, waar het heerlijk naar chocolade ruikt. We eten het hele weekend de lokale tegole, platte ronde koekjes, en de laatste avond verwennen we onszelf met een kaasfondue. Het bijkomen is gelukt, de berglucht heeft ons goed gedaan. We kunnen er weer even tegenaan.