maandag 25 november 2013

What's in a name?

Het is weer bijna 30 november, de dag van Sint Andreas de apostel, dus de onomastico van mijn marito Andrea. In Nederland vieren we dat feest eigenlijk niet, maar in Italië is de naamdag soms zelfs belangrijker dan de verjaardag. Italiaanse kinderen boffen dan ook: zij krijgen twee keer per jaar taart en cadeautjes.
 
Het kiezen van een naam is een bijzonder moeilijke opgave. Je kind loopt er voor de rest van zijn of haar leven mee rond. In Italië worden kinderen nog vernoemd naar een belangrijk persoon in de familie, al blijft het vaak bij één, hooguit twee namen. Ik ben ‘gezegend’ met drie (doop)namen die in het dagelijks leven helemaal niet worden gebruikt (behalve bij het boeken van een vlucht), want ik heb namelijk een roepnaam. Dat begrip kennen ze in Italië niet. Giuseppe wordt soms Pino of Beppe genoemd, maar dat zijn meer koos- of bijnamen.
 
Namen zijn in Italië ook enigszins regionaal gebonden. Grote kans dat Salvatore uit Sicilië komt en Angelo uit Napels. In de jaren 80 was Andrea de meest populaire jongensnaam. De eerste keer dat ik zo’n mannelijke Andrea ontmoette in Italië moest ik wel een beetje gniffelen. Bij ons in Nederland is dat een meisjesnaam, in Italië is de vrouwelijk variant Andreina. Toch bleek later dat er heel wat mannelijke Andrea’s rondlopen in Italië. Ergens is het ook wel logisch dat het een mannennaam is, want die komt namelijk van het Griekse anér of andrós (man) en andréia (fort). Andrea’s zijn dan ook mannelijk, moedig en sterk. Er zijn ook Italiaanse mannen die Simone, Daniele of Michele (uitspraak: Miekééle) heten. Die hebben een vrouwelijke tegenhanger Simona, Daniela en Michela. In Italië heel normaal.
 
Als Nederlands-Italiaans koppel brengt ons dat wel in moeilijkheden. Welke naam gaan wij geven aan ons kind? Voor una femmina (een meisje) hebben we een hoop mooie opties, maar voor un maschio? Je wilt natuurlijk niet dat je zoon wordt gepest met een vrouwennaam. In eerste instantie neig ik naar een mooie Italiaanse naam. Maar dingen als Riccardo en Angelo in Nederland doen mij denken aan schoffies. Een naam als Francesco wordt niet mooi uitgesproken en Marco en Carlo zijn zo standaard. Bovendien doen mij die denken aan Borsato en Boszhard. En hoe zit het dan met Nederlandse namen? Jeroen, Mathijs en Gerbrand krijgen de Italianen haast niet over hun lippen. Ik geniet altijd enorm van Italiaanse verslaggevers die zeer creatief de Nederlandse namen van voetballers uitspreken. Roed Koeliet, Kroe-ief en Van Stekèllenboerg. Bij de Nederlandse verslaggevers die Italiaans voetbal verslaan gaan mijn nekharen overeind staan, omdat ze die mooie Italiaanse namen zo lelijk maken.
 
Verder moet een voornaam ook passen bij een achternaam en vooral niet leiden tot een schaamnaam. Die kans is nogal groot als je je kind Felice (gelukkig/blij) noemt: Piacere, sono Felice del Bagno (Aangenaam, ik ben blij met het toilet) of: Felice Mastronzo (Gelukkig, maar een klootzak). Andere leuke Italiaanse nomi ridicoli zijn: Guido di Rado (Ik rijd zelden auto) of Margherita Pizza. In Italië draaien ze voor- en achternaam altijd om op officiële documenten, dus op haar geboortecertificaat staat dan PIZZA Margherita.
 
Een naam bedenken is dus zeker niet makkelijk. Ons kindje komt eind mei. We hebben dus nog even de tijd om er goed over na te denken. Uiteraard staan we open voor suggesties!
 
 

zondag 10 november 2013

Interculturele bemiddeling

De laatste tijd ben ik bezig met een paar leuke opdrachten die allemaal onder hetzelfde kopje vallen: de interculturele bemiddeling. De Nederlanders voor wie ik werk hebben om verschillende redenen de meest uiteenlopende dingen nodig uit Italië. Van een speciale zandsoort die in Italië wordt gewonnen tot een medisch dossier uit een ziekenhuis vlak bij Rome. Van zonnelenzen voor een nieuw ontworpen zonnebril tot de ontwikkeling van nieuwe projecten in Zuid-Italië. Dit zijn voor mij heel interessante opdrachten, omdat ik daarbij alle kennis die ik tijdens mijn studie Interculturele Communicatie en de jaren waarin ik nauw heb samengewerkt met Italianen kan toepassen. Ik weet hoe ze in elkaar zitten en hoe ik mijn doel kan bereiken.
 

Onoverkomelijke taalbarrière

In eerste instantie komen mijn klanten vooral bij mij terecht omdat ze de taal niet spreken. Hoewel de taalsituatie en internationalisering in Italië volop onderhavig is aan ontwikkeling en verbetering, blijkt dat taal toch het eerste struikelblok is. Het Engels van de Italiaan is nog niet altijd op niveau en de communicatie loopt daardoor vaak niet echt soepel. Bovendien vinden de meeste partijen het prettig om in hun eigen taal te kunnen communiceren. Niet altijd, want het kost natuurlijk wel extra tijd  en geld als de woorden van de ene naar de andere taal moeten worden omgezet, maar de kans op misverstanden is zo wel kleiner. Dus laten ze mij hun e-mails vertalen en nemen ze mij mee naar hun businessmeetings.
 

Communiceren als een Italiaan

Pas later blijkt dat Italianen gewoon ook een andere manier van communiceren hebben. Communicatie gaat niet alleen over woorden, maar ook over gebaren, manieren, middelen. Iedereen weet dat een Italiaanse monoloog gepaard gaat met flinke handgebaren en stemverheffingen. Dat ze graag praten en minder graag e-mailen. Ik zal ook niet zomaar een e-mail sturen, maar eerst altijd even bellen om te kijken wie de juiste persoon is, en de uiteindelijke e-mail zal in eerste instantie veel formeler zijn naar een Italiaanse ontvanger, dan naar een Nederlandse. Daarnaast is het Italiaanse taalgebruik veel chiquer en omslachtiger.
 

Zakendoen in de Italiaanse economie

Dat wij Nederlanders wat rechtdoorzee zijn in woorden en daden kan bij een Italiaan in verkeerde aarde vallen. Daarom is het goed om de regels van het spel te kennen. Je te verdiepen in de Italiaan en te proberen een goede band met hem op te bouwen. Daarbij is voldoende ruimte voor een social talk, over eten of la famiglia, maar vermijd vooral de onderwerpen mafia en politica.
 
Voor wie zelf ook van plan is zaken te doen met Italië, of gewoon uit interesse meer wil weten over de Italiaanse economie, kan vrijdag 29 november terecht in het zakelijk hart van Nederland. Op de Zuidas wordt namelijk door de Werkgroep Italiëstudies een studiemiddag georganiseerd waarop verschillende experts hun boekje zullen opendoen over het hoe en wat rond de Italiaanse economie.
Voor meer informatie, zie:
https://sites.google.com/site/werkgroepitaliestudies/agenda/italiaanse-economie.

Daar zal ook Maarten Veeger spreken, die als Italië-correspondent voor Het Financieele Dagblad schrijft. Wil je weten wat hij allemaal weet over zakendoen in Italië? Koop dan hier zijn Italiaanse zaken. Zakelijk succes volgens Italiaans recept: