zaterdag 30 maart 2013

Ora legale o solare?

Vanavond wordt de klok weer verzet. Hoewel het nog niet zo voelt, komt de zomer eraan en dan zetten we altijd de klok een uur vooruit, zodat we ’s avonds een uurtje langer licht hebben. Helaas betekent dit bij ons niet automatisch dat we dan ook een uurtje langer warmte hebben.
 
In Italië spreken ze van l’ora solare en l’ora legale. Het woord solare doet denken aan de zon en dus aan de zomertijd. Toch is dat niet zo. In Nederland spreken we van zomertijd en wintertijd, maar eigenlijk is er maar één natuurlijke tijd, die van de zon. In de oudheid werd het dagritme aangepast aan de duur van de dag. Bij de Romeinen begon de dag gewoon bij zonsopgang en kwam bij zonsondergang weer tot een einde: l’ora solare.
 
De zomertijd is door ons mensen bedacht. Op deze manier kunnen we beter gebruik maken van de zonuren en kosten besparen op de energie, doordat we 's avonds de lampen minder lang aan hoeven te doen. Op Wikipedia kwam ik te weten dat men in Italië in 1966 is begonnen met het instellen van de zomer- en wintertijd. Dit is bij wet vastgelegd, en daarom spreekt men in Italië van legale, wettelijk.
 
Voor de Italiaans schrijver Francesco Piccolo is het verplaatsen van de wijzers een moment van onverwacht geluk. Zo schrijft hij:
 
De dag waarop de zomertijd ingaat, of de wintertijd. Omdat niemand weet of deze keer de wintertijd ingaat in plaats van de zomertijd, of de zomertijd in plaats van de wintertijd; en of we ’s nachts een uur langer of een uur korter kunnen slapen. Dit veroorzaakt dodelijk vermoeiende discussies, die doorgaan totdat het uur waarop de wijzers worden verplaatst voorbij is en daarmee is ook het eventuele extra uurtje slaap tenietgedaan. Want er is altijd wel iemand die, ook al hebben ze het voor hem op papier uitgetekend, niet overtuigd is en zegt dat het volgens hem het tegenovergestelde is: oftewel, dat we een uur langer kunnen slapen en niet een uur korter zoals jullie allemaal zeggen (of een uur korter en niet langer).
Als je geeuwt, of zegt dat je honger hebt, of moe bent, is er altijd wel iemand die je helpt herinneren dat dat logisch is, want het is tien uur, maar eigenlijk is het elf uur; het is twee uur, maar eigenlijk is het één uur. En dan, wanneer om zeven uur ’s avonds de zon nog zo hoog staat en je ontroerd raakt, omdat je inmiddels voelt dat de lente is begonnen, en je zegt ‘wat heerlijk, de dagen worden langer’, vertellen ze je dat het niet helemaal zo is, want het klopt dat het zeven uur is, maar eigenlijk is het zes uur en alleen daarom staat de zon nog hoog.
En zo word je meteen weer verdrietig.
Maar het is wel leuk wanneer in het hoekje onderin op de eerste pagina van de krant een tekening staat van een klok met het onderschrift: vergeet niet vannacht de klok een uur vooruit (of achteruit) te zetten. En de dag erna staat er: hebben jullie eraan gedacht de klok een uur vooruit (of achteruit) te zetten?
 
Dus vanavond niet vergeten! En wil je nog meer van dit soort grappige stukjes lezen? Koop dan het boekje Momenten van onverwacht geluk van Francesco Piccolo:


 
 
 

maandag 25 maart 2013

Europees Referentiekader

Iedereen die op wat voor manier dan ook een vreemde taal verwerft, wordt er weleens mee geconfronteerd: het Europees Referentiekader, een raamwerk waarmee het kennisniveau van verschillende moderne talen kan worden vergeleken. Je ziet het op alle lesboeken staan en alle taalcursussen vertellen je precies tot welk taalniveau ze je zullen brengen. Maar wat houdt het nu precies in?

Het referentiekader is gebaseerd op vijf taalvaardigheden: lezen, luisteren, gesprekken voeren, spreken en schrijven. Er zijn verschillende niveaus: A1 en A2 (basisgebruiker), B1 en B2 (onafhankelijke gebruiker) C1 en C2 (vaardige gebruiker). Op beginnersniveau ben je vooral in staat om eenvoudige gesprekken te voeren over jezelf, je familie en je werk. Op B-niveau breiden de vaardigheden zich uit naar actuele onderwerpen en het uiten van meningen. Dan kun je bijvoorbeeld "artikelen en verslagen lezen die betrekking hebben op eigentijdse problemen, waarbij schrijvers een bijzondere houding of standpunt innemen". Ben je een vaardige taalgebruiker op C-niveau dan kun je moeiteloos allerlei teksten lezen, begrijpen en schrijven en verschillende gesprekken, discussies en redeneringen volgen en voeren. Klik hier voor het complete overzicht van alle vaardigheden en niveaus.

Wil je meer weten over het Europees Referentiekader? Kijk dan eens op de website.

Wie om verschillende redenen - werk, inburgering, toelating tot universiteit - een taalcertificaat nodig heeft, kan daarvoor een examen afleggen en op die manier aantonen op welk niveau hij of zij de vreemde taal beheerst. Voor de Italiaanse taal worden dergelijke examens en certificaten aangeboden door de Universita per Stranieri van Siena (het CILS-examen) en Perugia (CELI-examen), maar ook door de Università degli Studi di Roma Tre en de Società Dante Alighieri.
Bij het Istituto di Cultura Italiano in Amsterdam kun je een examen afleggen en zo'n officieel certificaat bemachtigen. Klik hier voor info over inschrijving en dergelijke. In juni 2012 heb ik mij gewaagd aan het CELI-5. Dat is het hoogst haalbare niveau in Perugia. Op het examen worden alle vijf de vaardigheden getoetst. Zo is er een onderdeel begrijpend lezen, moet je zelf een geschreven tekst produceren, krijg je een luisteroefening en een grammaticatoets en moet je een mondeling tentamen afleggen met een Italiaanse docent van het instituut. Ik heb het examen gehaald en mijzelf dus near native noemen.

Zo'n examen is best pittig, want je weet van tevoren niet met wat voor teksten je te maken zult krijgen. Wie zich nog de taalexamens van de middelbare school herinnert, weet wat hem ongeveer te wachten staat. Uiteraard kun je je er wel op voorbereiden: veel oefenen en alle voorgaande examens doornemen. Wil je dat liever niet alleen doen, dan help ik je daar natuurlijk graag bij. En wie weet heb jij dan binnenkort ook zo'n mooi certificaat!