dinsdag 15 mei 2012

Salone del Libro

Elk jaar vindt in Turijn de Salone Internazionale del Libro plaats, na de Frankfurter Buchmesse de grootste internationale boekenbeurs van Europa. Met een passie voor lezen, de Italiaanse taal en het vertalen van boeken was dit voor ons een uitgelezen kans om eens wat meer te weten te komen over de Italiaanse boekenwereld. Gewoon om eens te kijken wat er allemaal is.


Dit jaar vierde de Salone zijn 25e verjaardag. Ter gelegenheid daarvan is de città visibile (de zichtbare stad) ingericht: een tentoonstelling van de 25 objecten die symbool staan voor de veranderingen die de stad die de Salone elk jaar huisvest heeft doorgemaakt: onder meer het Juventus-stadion, de Olympische fakkel, de nieuwe Fiat 500,  waaraan hedendaagse schrijvers een verhaal hebben gewijd.

Het thema van dit jaar was Primavera digitale, een digitale lente waarin wordt stilgestaan bij de invloed die de komst van E-books en moderne technologische snufjes als internet, smartphones en tablets heeft op de uitgeverswereld en het papieren boek. Hoe kun je digitale boeken beschermen tegen piraterij? Hoe gaan we om met selfpublishing? Wat is de toekomst van online lezen en schrijven op blogs en social media? Gastlanden waren Spanje en Roemenië, die een eigen stand hadden om hun literatuur te presenteren. De Spanjaarden omdat de Spaanse literatuur heel populair is in Italië, de Roemenen omdat de grootste buitenlandse gemeenschap in Turijn bestaat uit 80.000 Roemenen en de Roemeense cultuur in Italië niet de aandacht krijgt die ze zou verdienen.
Met een programma zo dik als een boek onder de arm struinden we langs 1.200 exposanten van verschillende orde en grootte. Natuurlijk waren grote namen als Einaudi, Feltrinelli en Mondadori met een indrukwekkende stand aanwezig, maar ook bol.com en Lonely Planet waren vertegenwoordigd.  Daarnaast hadden we keuze uit meer dan 1.000 schrijvers om naar te gaan luisteren: Italiaanse gastsprekers als Fabio Volo, Niccolò Ammaniti, Davide Enia en Paolo Giordano, maar ook internationale gasten als Henning Mankell, Christopher Paolini en Elizabeth Strout.

Belangrijk onderdeel van de Salone was het International Book Forum, de zakelijke kant van het uitgeversvak. Hier wordt onderhandeld over film- en vertaalrechten en wisselen de verschillende internationale uitgevers met elkaar van gedachten over hun vak en de beurs. Ook Nederland was hier vertegenwoordigd door Ambo Anthos en Artemis & Co. Helaas was dit gedeelte van de Salone voor ons vertalers niet toegankelijk. Gelukkig kregen we wel de kans om in het auditorium naar Fabio Volo te luisteren, die gepassioneerd vertelde over het ontplooien van je talenten, het koesteren van je dromen en het belang van lezen.





Persoonlijk hoogtepuntje was een bezoek aan de stand van uitgeverij Marsilio, die momenteel hoge ogen gooit met  de bestseller Tu sei il male van hun paradepaardje Roberto Costantini, een schrijver die wij heel graag wilden ontmoeten, omdat we momenteel zijn boek, het eerste deel van een spannende misdaadtrilogie, vertalen. Deze in Libië geboren schrijver werd vervolgens door zijn favoriete Spaanse schrijfster geïnterviewd in het Caffè Letterario, een literair café gesponsord door het Turijnse koffiemerk Caffè Vergnano. Zijn verhaal bevestigde wat wij al wisten: Tu sei il male is meer dan alleen misdaadroman, het stelt ook de sociale problemen in Italië aan te kaak in de stijl van Stieg Larsson.
De rest van de dag hebben we doorgebracht met het snuffelen tussen de stapels boeken, die je met mooie kortingen ter plekke kon aanschaffen, waar we dan ook gretig gebruik van hebben gemaakt. Moe maar voldaan van alle indrukken die we hebben opgedaan, met pijnlijke voeten en tassen vol nieuwe aanwinsten verlieten we de Salone 2012, een waar paradijs voor boekenliefhebbers!


Geschreven met Mara Schepers

Foto's: Miriam Bunnik

maandag 7 mei 2012

Azzurro en oranje

Nu het EK weer voor deur staat maken we ons allemaal op voor een paar spannende potjes voetbal. Op 8 juni trappen we af en dan is Nederland weer een paar weken oranje gekleurd. Ooit zei een Italiaan tegen mij dat hij het vreemd vond dat Nederland zich altijd hult in een kleur die niet in de vlag zit. Nu is dat op zich heel makkelijk te verklaren, aangezien onze koninklijke familie Van Oranje-Nassau heet. Maar hoe zit het eigenlijk met de Italiaanse nationale kleur? Het mooie azuurblauwe azzurro zit ook niet in de tricolore van Italië. Ja, daar had ik wel een punt. En nee, hij wist eigenlijk niet waarom.
Als ik het aan mijn studenten vraag denken de meeste in eerste instantie aan de blauwe zee of aan de blauwe hemel. Een enkeling begint spontaan het liedje van Celentano te zingen. En ander denkt eerder aan het lesboek van Intertaal. Maar waarom spelen die mooie voetballers toch in dat azuurblauwe shirt?

Wie de geschiedenis van Italië kent, weet dat Italië ooit een monarchie was. Na de vereniging van de Italiaanse landen werd in 1861 het Koninkrijk Italië uitgeroepen, onder leiding van het Koninkrijk van Sardinië. De Koning van Sardinië, Victor Emmanuel II, lid van het Casa Savoia (Huis van Savoye), een adellijke dynastie die oorspronkelijk over Savoye regeerde, werd uitgeroepen tot koning van Italië. Het wapen van deze koninklijke familie zag er zo uit:


De eerste twee wedstrijden speelde het Italiaanse nationale voetbalteam in een wit shirt, om de simpele reden dat een wit shirt goedkoper was dan een gekleurd shirt. Op 6 januari 1911 speelde het team, ter ere van het Huis van Savoye, voor het eerst in een lichtblauw shirt met het familiewapen van de koninklijke familie erop:


Tijdens de fascistische periode heeft Benito Mussolini er vervolgens een zwart shirt van gemaakt, maar dat is, net als de rest van het fascisme, niet gebleven. De Savoyes stonden tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de kant van Benito en de heerschappij van de Savoyes eindigde dan ook in 1946 met een referendum waarin het Italiaanse volk de republiek als staatsvorm koos. Het shirt is sindsdien definitief blauw gebleven, hoewel in verschillende tinten en modellen. (voor meer informatie en een overzicht van alle modellen zie: http://www.nazionaleitalianacalcio.it/Divisa/magliaazzurra.htm)

Het voordeel van een Nederlands hart dat sneller gaat kloppen uit liefde voor Italië (en een Italiaans vriendje) is dat je tijdens internationale kampioenschappen twee landen kunt aanmoedigen. Rood-wit-blauw wordt ineens groen-wit-rood en tussen de ene wedstrijd en de andere verandert oranje in azuurblauw. Maar wanneer beide teams tegen elkaar spelen sta ik toch wel achter mijn vaderland, ook al kijk ik liever naar de mannen van de tegenpartij.


Deze foto is van 6 jaar geleden, toen Italië in Berlijn de wereldbeker binnensleepte. Ik stond op Piazza Duomo in Milaan, tussen duizenden groen-wit-rood met azuurblauw gekleurde Italianen. Wat gaat het dit jaar worden? Over 2 maanden zullen we het weten…

zaterdag 5 mei 2012

L'arancino in Rotterdam

Wie van Italië en de Italiaanse keuken houdt, kan ook in Rotterdam zijn hart ophalen. Sinds januari is daar een nieuwe Italiaanse delicatessenzaak geopend met de vrolijke naam: l’Arancino. Een arancino is een hartige lekkernij uit Sicilië bestaande uit een gepaneerde en gefrituurde bal gevuld met rijst, ragù (tomatensaus met gehakt), mozzarella en erwten. Door zijn vorm en kleur lijkt hij een beetje op een arancia, een sinaasappel. Over de keuze van de naam vertelt oprichter Marco: ‘Vroeger kregen Italiaanse restaurants altijd de naam van de eigenaar of de stad waar die vandaan kwam. Dat is inmiddels een beetje antiek. Ik wilde een modernere naam.’ Modern is ook de inrichting van de zaak: strak en simpel. Met een paar tafeltjes, zodat men daar kan plaatsnemen en langs de muren schappen vol potjes, flessen en verpakkingen met lekkernijen als wijn, pasta en koekjes. 
Marco besloot na vijftien in de Nederlandse horeca te hebben gewerkt dat het weleens tijd werd om zijn eigen zaak te beginnen. Naast de verkoop van allerlei Italiaanse producten richt hij zich met name op de tavola calda, een Italiaanse snackbar waar je voor ontbijt, lunch en avondeten terecht kunt en een Italiaanse snack kunt nuttigen. Hapklaar en ter plekke bereid: cornetti, pizza’s, lasagna. En veelal met een Siciliaanse tintje: melanzane alla parmigiana, arancini en zoetigheden als cassate en cannoli.

Vanaf half mei wil Marco tevens beginnen met het organiseren van een aperitivo volgens Italiaanse begrippen: een lekker wijntje of biertje met een Italiaanse hapje erbij. Dus arancini in plaats van bitterballen! Ik zou zeggen: like de facebook-pagina en ga eens langs als je in de buurt bent!


donderdag 3 mei 2012

La nostra vita

Italiaanse films zijn meestal erg aangrijpend. De indrukwekkende manier van filmen in combinatie met de passionele klanken en gebaren van de warmbloedige Italianen, gevoelige en realistische onderwerpen als maatschappelijke problemen, familie- en liefdesperikelen, maken dat de kijker helemaal meegaat in het verhaal. Zo ook bij La nostra vita, een Italiaans familiedrama gemaakt door regisseur Daniele Luchetti, over bouwvakker Claudio, die samen met zijn zwangere vrouw Elena en hun twee kinderen een gelukkig gezinsleven leidt. Op een dag slaat het noodlot toe: tijdens de bevalling van hun derde kind overlijdt Elena. Tijd om hier lang bij stil te staan heeft Claudio niet: hij moet nu alleen voor zijn drie jonge kinderen zorgen. Op zoek naar snel geld raakt hij steeds dieper verwikkeld in illegale en immorele praktijken. Claudio’s energie, zijn opportunisme en de onverwoestbare familiebanden slepen hem door deze moeilijke periode heen.
Dit schitterend familiedrama heeft alles: liefde, vriendschap en familiebanden, maar stelt ook de Italiaanse problematiek rond zwartwerkers en extracomunitari (niet-ingezetenen van de EU) aan de kaak. De rol van Claudio wordt vertolkt door Elio Germano, die we ook kennen van een andere film van Daniele Luchetti: Mio fratello è figlio unico, waarin hij het opstandige rechts-extremistische broertje speelt.

Ik ben een groot fan van Elio Germano, omdat hij elke rol geloofwaardig kan vertolken. Van hardwerkende, alleenstaande vader (La nostra vita) tot opstandige rechts-extremistische puber (Mio fratello è figlio unico), van onbeduidend politieagentje (Respiro) tot oversekste dorpsgek (Come Dio Comanda, helaas (nog?) niet in Nederland verkrijgbaar). Zijn waarde als acteur is zeer groot, omdat hij geen vast karakter heeft, zijn rollen zijn telkens weer anders. Zijn natuurlijke manier van acteren maakt hem veelzijdig en overal inzetbaar.
Elio wordt in 1980 geboren in Rome. Hij verschijnt voor het eerst op het witte doek als hij 12 jaar is. Tijdens zijn carrière werkt Elio samen met grote regisseurs als Gabriele Salvatores, Michele Placido, Ferzan Özpetek, Giovanni Veronesi. Helaas zijn niet al zijn films met Nederlandse ondertiteling op dvd te verkrijgen. Naast een indrukwekkende lijst met films bouwt hij ook een carrière op in de theater- en televisiewereld.
In 2010 sleept hij voor zijn rol in La nostra vita de prijs voor beste mannelijke acteur in de wacht op het Filmfestival van Cannes. Elio zegt bij die prijsuitreiking: 'Siccome i nostri governanti in Italia rimproverano sempre al cinema di parlare male della nostra nazione, volevo dedicare questo premio all'Italia e agli italiani, che fanno di tutto per rendere l'Italia un paese migliore nonostante la loro classe dirigente.' - Aangezien onze bestuuders in Italië de filmwereld altijd verwijten dat die kwaadspreekt over ons land, wilde ik deze prijs opdragen aan Italië en aan de Italianen, die er alles aan doen om Italië tot een beter land te maken, ondanks hun leidende klasse.
Nog een reden om van Elio Germano te houden.